In een samenwerking wil de een iets van de ander. Dat gaat over en weer. Een relatie met een klant, met een bureau, met een interne klant; geven en nemen wisselen voortdurend af.
Een connectie groeit uit tot een zakelijke band.
Dat gaat allemaal niet zomaar, je moet er wel wat voor doen.
Wat dan?
Nou, je in de ander verplaatsen. Vanuit die POV handelen.
De ander interessanter vinden dan jezelf. Of minstens even interessant en belangrijk.
Alles gaat makkelijker wanneer je je in de ander verplaatst.
Sales gaan beter, omdat je begrijpt wat de klant nodig heeft en gaat hebben. Projecten gaan beter, omdat het team op de juiste manier geserviced wordt. Onderlinge relaties lopen makkelijker wanneer er werkelijke interesse is in elkaars uitgangspunten en doelen.
Hier een voorbeeld van een veelvoorkomend niet-in-de-ander-verplaatsen, dat in een klein hoekje zit.
Marie wil iets van Piet. Niet veel, slechts een meeting, maar toch.
Handig als Piet positief, dan wel neutraal gestemd is ten opzichte van haar.
Marie stuurt Piet een uitnodiging via de digitale agenda. Voor volgende week. In het subject staat: “koffie met Piet”.
Piet accepteert tussen de bedrijven door.
Piet checkt zijn agenda. Er staat ‘koffie met Piet’ tussen 38 andere afspraken die week. ‘Voorbespreking Piet’, ‘Aftikken Piet’, ‘maand afsluiting met Piet’.
Piet is zelf Piet. Met wie is de afspraak, vraagt hij zich af? Waarover? Locatie? Om daarachter te komen, moet hij doorklikken in zijn agenda. Irritant zeg.
Heeft Marie zich in Piet verplaatst toen zij de uitnodiging aan Piet stuurde? Waarschijnlijk dacht Marie aan Marie. Dat ziet Piet aan de uitnodiging. Oeps, Marie.
Met hetzelfde gemakt had Marie kunnen sturen:
“Piet x Marie koffie | voorbespreken evaluatie @koffiecorner 4e”
Hee wat leuk, koffie met Marie, lekker strak geregeld. Top, ik heb er zin in, denkt Piet nu. Mentaal heeft Marie zo een streepje voor bij Piet.
Slim van Marie. Ik zou zeggen: wees een Marie.